golfbeurs Amsterdam

Golfbeurs Amsterdam

Column voor 19 Golf & genieten


IMG_5111

Ik was een tijdje geleden op de Amsterdamse Golfbeurs om mijn boek ‘Golf: de heroïne van de veertiger’ te promoten. ‘Uitgeverij Zarza’ en dit eigenste ‘19 Golf & genieten’ hadden er van 8 tot 12 mei samen een stand afgehuurd. Niets is zo afstompend als vier dagen vertoeven op een beurs weet ik nu. Gelukkig waren mijn beide dochters Johanna en Barbara erbij, alsmede Yannick (het vriendje van Johanna) om mij gezelschap te houden, zo niet had men mij na een dag of twee in een dwangbuis horen af te voeren naar de dichtst bijgelegen psychiatrische inrichting, alwaar men mij wellicht had platgespoten met een of ander paardenmiddel. Ik wil maar zeggen, beurzen zijn niet echt mijn dada. Ik ben niet geschikt voor het koopmanschap. Geef mij een schrijftafel en een laptop, of beter nog, een club en een mandje ballen en ondergetekende voelt zich compleet in zijn sas. Maar steek me niet in een tent vol zakenlui, nota bene bij twaalf beaufort. Vooral dit laatste viel een beetje tegen. Het tochtte in die tent als in een uit de kluiten gewassen windturbine. Buiten viel de regen met bakken uit de lucht. Hooguit enkele honderden diehards trotseerden de nukkige weergoden. Tot overmaat van ramp verkozen de lezers onder hen forfait te geven. Wellicht lagen die thuis uitgestrekt op de bank met een goed boek. Zulks meen ik te mogen afleiden uit het feit dat het merendeel der aanwezigen naar ons boekenstandje staarde als een koe omstreeks 1830 naar de eerste trein. Tja, ik overdrijf natuurlijk. Overdrijven is nu eenmaal mijn beroep. In werkelijkheid passeerden er heus wel enkele lieden die interesse betoonden voor ons uitgeverijtje. Sommigen tastten na enige aarzeling zelfs naar hun portefeuille. Een gebaar waar ze weliswaar toe aangespoord moesten worden, iets wat Yannick en mijn beide dochters met overgave deden. Enthousiast gooiden ze zich in de verkoop van mijn boek terwijl ik trots en vertederd stond toe te kijken. Ach, laat ik het maar toegeven, het was gewoon zalig daar. Ik heb achteraf gezien eenvoudigweg heimwee naar die rotbeurs. Vier dagen lang  intens gezellig samen met je kinderen, wat wil een mens meer. Lekker verbonden door gezamenlijke rampspoed. ’s Avonds ondernamen we uitstapjes naar hartje Amsterdam om ons bij wijze van troost uitvoerig te laven aan spijs en drank. En overdag in die tochtige pokkentent ontmoette ik op de koop toe een paar fijne luiden. Zo maakte ik ondermeer kennis met Auke Hempenius. Een verschijning op zich, die man. Assorti van kop tot teen. Pletwals van optimisme. Met Marrit, mijn alleraardigste overbuur die er met haar zonnig humeur constant de goede sfeer inhield, smeedde ik een platonische band voor het leven. En eindelijk -na maandenlang heen en weer mailen- leerde ik Erik Klap, grote baas van ’19 Golf & genieten’, persoonlijk kennen. Fidele kerel, zo bleek. Supergast. Samen plannen gemaakt. Meteen ook deze bloedmooie column in het leven geroepen. En dan was er nog Daan, de jonge assistent van Erik, begenadigd golfer en ontwapenend lief.  Van hem kreeg ik af en toe een golflesje in de regen. Hij had een oogje op Barbara vermoed ik. Vandaar. Nu, van mij krijgt ie de zegen. Een soortement golfpro in de familie is altijd meegenomen. Dus, om een lang verhaal kort te maken, ofschoon het avontuur over de hele lijn uitliep op een financieel debacle, had ik het daar in golfcentrum Amsteldijk, weggestopt in een standje van twee op drie, voeten als ijsblokken, op een vreemde manier best naar m’n zin. Zo zie je maar weer, vriendschap en genegenheid zijn vele malen belangrijker dan geldgewin. Met deze dooddoener neem ik afscheid, o lieve lezer. Blij met u kennis gemaakt te hebben. De kop is eraf, zeggen ze bij ons. Tot de volgende keer, dan onderhouden we ons meer bepaald over de vele facetten van de edele golfsport. Ik heb al iets in gedachten.

Dag Marrit, tot nog es, op een of andere beurs.